donderdag 5 juli 2018

MOS


Onvoorbereid viel een vers mij toe als gunst vandaag
het liet zich evenwel niet eenvoudig vangen
in krachtig beeld, in eenvoud van schone taal waarin
ordening en samenhang blijk geven van een soort van dichterschap-

Waarom wil het mos juist nu genadeloos en ongeremd
groeien alsof er geen onzekerheden zouden zijn;
alles goed zal komen zonder kennis van wat voorlag
en ontzag daarvoor geen blokkade vormt?

Gedrocht van mijn verbeelding dat bomen ontwortelt
in mijn hoofd, de ruimte kaalvreet en opnieuw begroeit  
zo schijnbaar zonder schot in deze onvermijdelijke gang:
een vogel in zijn ei dat vandaag in alle kalmte breken zal.

zaterdag 16 juni 2018

BLIK


Wilde haren mogen niet getemd in taal van toen
wie immers was niet wild en ongeremd
voorzag geen grootse toekomst voor zichzelf
toch op zijn minst zo nu en dan-

maar de voetnoot van de tijd saboteert het toeval
en de vordering van het verleden:
de afdruk toont de temmer zelf, even
onverstoorbaar als op alle foto’s in het boek:

zonder beat maar met de hartslag van
verwachting die elk vertrek markeert.



maandag 22 januari 2018

WHAT A WOMAN MUST HAVE

In het bos is een kamer, kaal
maar voorzien van helder ochtendlicht-
open ruimte waarop het zicht
door geen boom belemmerd wordt.

Tot ontzetting van mijzelf kaatst
meedogenloos van muur tot muur
de reflectie van wat een spiegel schijnt te zijn:
het is mijn taal, die daar geworpen wordt-

zomaar, alsof ze willoos is en altijd was:
in regelmatige verplaatsing voortgezet,
blijkt het glas onbreekbaar en
de toegang mij ontzegd tot nader order.

Het is mijn schuld: verwaarlozing van wat er werkelijk
toe doet leidt tot deze taferelen in mijn brein-
ik knip het ochtendlicht nu uit,
sluit de kamer dan van binnen af.

Dit is dan mijn werk.
Het volstaat niet als gedicht en breekt de taal
niet open met haar klank,
maar is voorlopig weer bevrijd. 

dinsdag 20 juni 2017

DICHT|HOK

In de voegen van dit hok schrijnt
wat onzichtbaar blijft voor wie zich
nooit overgaf aan doelloos dromen-

driftig verlangen van knulletjes
deelgenoot te zijn van ondoordringbaar
samenspel waarvoor nodig is:

overgave- opgesloten, ongemist, gedragen
toch uiteindelijk en dan zal daar
de overwinning zijn:

een grootse tackle op de rede.

donderdag 13 april 2017

BETRAPT

Het zuchten van de stoel verraadt
aanwezigheid in de kamer boven mij:
de nog ongerichte regels schrikken op
en breken af onder de dreiging van geluid.

Kon ik de treden van de trap afpellen-
zo waande ik mij onbespied en reeg
zonder aarzelen de kralen van het spel
aaneen tot massief geconstrueerde taal.

Maar onder elke zucht, elke stap, rollen
keer op keer de woorden van het tafelblad:
ongenadig spat mijn gebrekkige constructie los
om pas dagen later - misschien.

Waarom toch verdraagt schone taal
geen toeschouwers in haar ontstaan;

alleen in roerloze afwezigheid van ieder
die haar niet verstaat voordat zij is wat zij kan zijn
weef ik haar tot stevig kleed dat het beton
bedekt waarop ik bewegen moet.




donderdag 9 februari 2017

EN TOCH

Zij vouwt in het geniep papieren vogels
doodgemoedereerd en onverstoorbaar
naar eeuwenoud model.
Ten hoogste vallen zulke vogels zwevend neer.

Dan begraaft zij de nog witte vleugels
in omgeklauwde aarde;
verdrinkt zij hun belofte
in gore plassen van vergetelheid-

en niemand die nog weet
wat het kale vel van vogels echt vermag 
zolang opgeblazen stof hoger wordt geacht
dan vaste grond en zwarte nagelriem.

maandag 20 juni 2016

KANT/WAL

Vier glazen bodems sprongen onder 
potten bramen uit- dik en paars 
als de plekken op mijn benen 
en even warm- plakt aan mij

wat als kind oneindig ver 
van huis altijd thuis zou zijn:

knotwilgen stomp en laag langs sloot en dras 
soppend gras en klei die eetbaar leek:
met stok en tak verrezen zo paleizen 
wolk voor wolk veroverd op de lucht.

Waar het gevaar van nooit meer 
huiswaarts keren groter was dan waar-
lieten wij de vrije loop wat uren later
toch weer tembaar bleek.

Zoet en warm schrijnen bij herhaling 
deze wonden: pleister ongewenst.